Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Inleiding, ontwikkelingen en risico's
Inleiding
De paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing bij de begroting geeft aan hoe de financiële positie van de gemeente zich verhoudt tot de risico's. Om dat te kunnen beoordelen, geven we inzicht in de risico's. Het daarvoor benodigde weerstandsvermogen wordt vervolgens afgezet tegen de aanwezige weerstandscapaciteit.
Ontwikkelingen / totaalbeeld
Risico inventarisatie | 2016 (begroot) | 2017 (benodigd) |
---|---|---|
1. Aansprakelijkheid | 350.000 | 700.000 |
2. Rampen en calamiteiten | 150.000 | 165.000 |
3. Verbonden partijen | 100.000 | 100.000 |
4. Open einde regelingen / decentralisaties | 300.000 | 410.000 |
5. Grondexploitaties | 4.000.000 | 1.145.000 |
6. Rente | 100.000 | 275.000 |
7. Maatschappelijke risico's en veiligheid | 330.000 | 250.000 |
8. Overige risico's | 330.000 | 300.000 |
Totaal risico's | 7.060.000 | 3.345.000 |
Onttrekking (grondexploitaties) | -3.400.000 | |
Vrijval per 31-12-2016 (mutatie inventarisatie 2016) | 315.000 | |
Totaal per 1-1-2017 | 3.345.000 |
Incidentele weerstandscapaciteit
De benodigde incidentele weerstandscapaciteit voor 2017 bedraagt € 3.345.000. Dit bedrag is lager dan de € 3.660.000 die we eind 2016 in de weerstandscapaciteit hadden opgenomen. Er kan derhalve een bedrag van € 315.000 vrijvallen ten gunste van de algemene reserve. Belangrijk is dat de reserve sociaal domein en de reserve grondexploitaties in meer of mindere mate ook zijn bedoeld om de risico's bij open einde regelingen en de grondexploitaties (BT Doejenburg II) op te vangen.
Economische ontwikkelingen
Wat betreft de gevolgen van de economische ontwikkelingen verwachten we dat de investeringen van bedrijven stijgen, maar dat dit zich niet direct vertaalt in een verhoogde afname van ruimte op bedrijventerreinen. Hiervoor moeten we met name bij de grondexploitaties een bedrag reserveren.
Omgevingswet
De invoering van de Omgevingswet per 2019 is een operatie die vergelijkbaar is met de decentralisaties in het sociaal domein. Vooralsnog denken we deze operatie binnen de huidige bezetting en middelen op te kunnen lossen. Er bestaat echter een risico dat we hiervoor extra middelen nodig hebben. Mocht dit nodig zijn, dan komen we hier in 2017 bij de raad op terug. We reserveren hiervoor nog geen bedrag in het weerstandsvermogen.
Invoering vennootschapsbelasting
De invoering van de vennootschapsbelasting leidt tot een verhoogde administratieve last en eventueel tot het betalen van belasting. Hierover komt in de loop van 2017 verder duidelijkheid. Hierover informeren we de raad op een later moment. We reserveren hiervoor nog geen bedrag in het weerstandsvermogen.
Risicomanagement in organisatie
Eind 2016 leggen we de kaders voor het beleid aangaande het weerstandsvermogen en risicobeheersing vast in een nota weerstandsvermogen en risicobeheersing. Dit doen we om de raad expliciet het afdekkingsniveau van de risico's te laten vaststellen. In de nota leggen we vast dat we alle mogelijke risico's inventariseren en analyseren middels een risicomanagementmodule. Daarnaast zijn er regels geformuleerd om tot een onderbouwd risicoprofiel te komen en tegelijkertijd een onderbouwde berekening van de benodigde weerstandscapaciteit.
Risico's
Voor het begrotingsjaar 2017 hebben we een aantal structurele of incidentele risicogroepen benoemd in het weerstandsvermogen. Die worden hieronder opeenvolgend doorgelopen op de verwachte ontwikkeling en doorwerking in 2017.
1. Aansprakelijkheid
De gemeente voert veel taken uit en loopt daarbij risico's. Bij het uitvoeren van taken is de gemeente aansprakelijk voor een tijdige en correcte uitvoering. Inwoners en belanghebbenden kunnen de gemeente aansprakelijk stellen als de gemeente deze taken niet goed uitvoert. De wettelijke regelingen zoals de Wet Dwangsom, de Wet Nadeelcompensatie en Schadevergoeding bij onrechtmatige overheidsbesluiten en het Burgerlijk Wetboek (onrechtmatige daad) zijn drie belangrijke grondslagen voor het aansprakelijk stellen van de gemeente.
De risico's worden beperkt door maatregelen in de processen, zodat tijdig de afhandeling van verzoeken plaatsvindt. Verder zijn verzekeringen afgesloten tegen de financiële consequenties van mogelijke gebreken in de uitvoering van een taak. Bij grondexploitaties sluiten we overeenkomsten met de ontwikkelaars van gronden af om onder andere planschade af te dekken.
We monitoren in 2017 de financiële gevolgen van de Wet Dwangsom en Beroep en de claimcultuur. Daarnaast is op 1 oktober 2016 is de Wet tegen wob-misbruik in werking getreden. Hiermee wordt voorkomen dat overheden een dwangsom moeten betalen als zij te laat op een wob-verzoek reageren. Ook heeft de Tweede Kamer op 19 april 2016 de Wet Open Overheid (Woo) aangenomen. Deze wet moet er voor zorgen dat de overheid transparanter wordt. Zie hiervoor ook de raadsinformatiebrief RI/16/02675. De invoering van de Woo zal een aanzienlijke lastenverzwaring zijn voor de gemeenten. Het is nog niet bekend wanneer de wet in werking treedt. Daarmee is ook niet duidelijk of er een afname van wob-verzoeken ontstaat en daardoor ook minder claims.
Wij stellen voor om voor de financiële effecten van alle aansprakelijkheidsrisico's in 2017 een bedrag van € 700.000 te reserveren.
2. Opvang bij rampen en calamiteiten
Landelijk is de Handreiking "Regionaal Risicoprofiel" opgesteld. De Wet op de Veiligheidsregio's verplicht de uitwerking van verschillende risicoprofielen. Dit profiel brengt de risico's van alle gemeenten in de regio Gelderland-Zuid duidelijk in kaart. De betreffende risico's voor onze gemeente blijven ten opzichte van voorgaande jaren ongeveer hetzelfde. Het gaat hierbij om risico's ten gevolge van rampen, calamiteiten, klimaatveranderingen en besmettelijke ziektes die de volksgezondheid bedreigen.
Wij stellen voor om voor de financiële effecten van de risico's voor de opvang bij rampen en calamiteiten in 2017 een bedrag van € 165.000 te reserveren.
3. Verbonden partijen
Een verbonden partij is een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de provincie of de gemeente een bestuurlijk en financieel belang heeft. We benoemen in de paragraaf verbonden partijen van onze begroting een aantal risico's daarvoor. De deelnemende gemeenten delen de financiële gevolgen van de verbonden partijen.
Er is de laatste jaren een ontwikkeling gaande dat de verbonden partijen steeds vaker zelf een buffer aanhouden om eventuele tegenvallers op te vangen. Via de paragraaf weerstandsvermogen en risicomanagement reserveren ze in hun begroting geld voor eventuele tegenvallers. Ook houden ze steeds meer een grotere algemene reserve aan. De kans dat ze een financieel beroep doen op de gemeenten wordt daarmee kleiner. Met name om deze reden kunnen we het risicobedrag voor alle verbonden partijen in onze begroting verder verlagen ten opzichte van de voorgaande jaren. Daarnaast is het risico van de bestaande achtervangregeling via het Waarborgfonds Sociale Woningbouw voor tweetal leningen van corporaties in de gemeente Buren nihil.
Wij stellen voor om voor de financiële effecten van de risico's voor verbonden partijen in 2017 een bedrag van € 100.000 te reserveren.
4. Open einde regelingen / decentralisaties
Het gaat bij de open einderegelingen met name om regelingen als de Participatiewet,Leerlingenvervoer en Maatschappelijke Ondersteuning. Daarnaast zijn de transities van overheidstaken in 2015 ingezet. Hierdoor hebben de gemeente een veel groter takenpakket gekregen met een open einde karakter en daardoor met meer risico's. Het gaat dan vooral om de transities in de uitvoering van de nieuwe Wet Maatschappelijke Ondersteuning en de Jeugdwet.
In de loop van 2016 worden de financiële effecten van de transities steeds meer duidelijker. Er is in 2016 gebleken dat de eind 2015 verhoogde risicoreserve niet ingezet hoeft te worden. Het bedrag dat we nu nog beschikbaar houden, correspondeert met het eerder beschikbaar gestelde bedrag van € 412.000 bij de jaarrekening 2015.
Wij stellen daarom voor om voor de financiële effecten van de open einderegelingen in 2017 een bedrag van€ 410.000 te reserveren.
5. Grondexploitaties
Bij het opstellen van de grondexploitaties worden de risico's voor dat specifieke project geschat en in de grondexploitatie meegenomen. Is een geraamd bedrag niet nodig omdat het risico zich niet voordoet, dan valt het bedrag vrij ten gunste van het resultaat van het plan. Daarnaast kunnen zich externe ontwikkelingen voordoen die niet project specifiek zijn en buiten de invloed van de gemeente liggen. Dit zijn de algemene risico's waar de grondexploitatieberekeningen niet of ten dele in voorzien.
Een belangrijk risico is een onverwachte en onvoorziene kostenstijging over de nog te maken kosten voor bouw- en woonrijp maken door de gemeente. Als dit gevolgd wordt door een vertraging in de verkopen, heeft dat hogere rentelasten als gevolg. Door de economische ontwikkeling en de bijstelling van de grondexploitaties moesten wij de afgelopen jaren risicobedragen in het weerstandsvermogen opnemen en de verliezen daaruit dekken, met name voor Doejenburg 2. Na verwerking van deze onttrekkingen uit het weerstandsvermogen is in 2017 structureel een lager risicobedrag nodig binnen het weerstandsvermogen.
Wij stellen voor om voor de financiële effecten van de grondexploitatierisico's in 2017 een bedrag van € 1.145.000 te reserveren.
6. Rentewijzigingen
Het gaat hierbij om het risico van grote wijzigingen in de rentevoet. Door deze buffer kunnen we sterke rentewijzigingen de komende tijd hiermee (deels) opvangen. Het renterisico voor onze aan te trekken en uitgezette gelden zal in 2017 klein zijn.
Wij stellen voor om voor de financiële effecten van de renterisico's in 2017 een bedrag van € 275.000 te reserveren.
7. Maatschappelijke risico's en veiligheid
Als eigenaar zijn we verantwoordelijk voor het in stand houden van onze eigendommen. Bijvoorbeeld voor gebouwen, groenvoorzieningen, wegen en bruggen lopen we grotere risico's door onduidelijkheid over de onderhoudsstatus of door incidentele tegenvallers (bv. kapotgevroren wegen). Mocht er sprake zijn van gebrekkig of achterstallig onderhoud, dan wordt de gemeente aansprakelijk gesteld als daardoor (letsel-)schade ontstaat. Dit risico is namelijk niet verzekerbaar.
Wij stellen voor om voor de financiële effecten van de maatschappelijke risico's en veiligheid in 2017 een bedrag van € 250.000 te reserveren.
8. Overige risico's
Het gaat hierbij om een verscheidenheid aan risico's van calamiteiten, automatisering, stagnering economie, grondsanering, personeelsrisico's, klimaatveranderingen, vergrijzing, het niet tijdig actualiseren van bestemmingsplannen, regels die wijzigen of anders geïnterpreteerd moeten worden, (bv. precario), openbare orde, besmettelijke ziektes, etc. etc. Dergelijke risico's worden waarschijnlijker en groter aangezien de samenleving hogere eisen stelt en complexer wordt. Daarnaast valt specifiek te noemen als een toekomstig nieuw risico: de nieuwe omgevingswet die in 2019 in werking treedt.
Hieronder vallen ook risico's die het gevolg zijn van Europees, nationaal, provinciaal en regionaal beleid die gemeenten verplichtingen opleggen. Dit zijn daarmee financieel budgettaire risico's. Voor de overige diverse risico's gaat het om een tiental benoemde risico's. De belangrijkste daarvan zijn voor calamiteiten, ruimtelijk beheer, de ontwikkeling van de algemene uitkering en precario.
Omgevingswet
In het voorjaar 2019 treedt de Omgevingswet in werking. Om te voldoen aan de eisen die de Omgevingswet stelt moeten we allerlei acties uitvoeren:
-We vergaren kennis over de nieuwe wet.
-We inventariseren, actualiseren en verbeteren al het beleid en de verordeningen op het gebied van
de fysieke leefomgeving. Uiteindelijk voegen we het beleid samen en maken er een integrale
omgevingsvisie van. Met betrekking tot de verordeningen voeren we deze acties ook uit en creëren
we een integraal omgevingsplan.
De werkzaamheden rondom de Omgevingswet voeren we uit in de periode 2017 tot en met 2020. Op dit moment zijn alle eisen die de wet stelt, nog niet volledig bekend. Dit omdat de wet op dit moment nog wordt uitgewerkt. Dat brengt met zich mee dat we de precieze consequenties van de wet nog niet kennen en dus ook nog niet kunnen voldoen aan alle eisen. Dat betekent ook dat we nog niet precies kunnen ramen welke kosten hiermee gemoeid zijn. Wel is bekend dat voor het opstellen van de producten een belangrijk bedrag aan investering nodig zal zijn in de komende jaren.
Wij stellen voor om voor de financiële effecten van de overige risico's in 2017 een bedrag van
€ 300.000 te reserveren.
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Weerstandsvermogen
Weerstandsvermogen
Het weerstandsvermogen wordt gedefinieerd als “het vermogen van de gemeente Buren om ook in ongunstige tijden de incidentele financiële risico’s op te kunnen vangen om zo haar taken ongewijzigd te kunnen voortzetten”.
Onder een risico verstaan we het gevaar voor financiële schade of verlies als gevolg van interne en/of externe omstandigheden. Het risico heeft dan betrekking op het samenvallen van die bepaalde omstandigheden (de kans) en de negatieve gevolgen (de schade).
Schematisch ziet dit er als volgt uit:
Naast de risico’s zijn ook andere factoren van invloed op het weerstandsvermogen, zoals:
- het aanpassingsvermogen van de organisatie
- de kans dat tegenslagen zich gelijktijdig voordoen
- de risico-cultuur van de organisatie
Belangrijk daarbij is, dat de wetgever op diverse plaatsen aangeeft dat gemeenten ten aanzien van het nemen van financiële risico’s terughoudend moeten zijn. Dit is dan ook een leidend beginsel voor onder andere het treasurybeleid, zoals dat in het treasurystatuut naar voren komt. Bij een gezond weerstandsvermogen is het mogelijk een niet voorziene financiële tegenvaller te betalen door de algemene reserve aan te spreken. Wanneer er onvoldoende weerstandsvermogen is, moeten wellicht activiteiten worden uitgesteld om tegenvallers op te vangen
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Beschikbaar weerstandsvermogen
Beschikbaar weerstandsvermogen
Weerstandsvermogen vinden we zowel in de exploitatie als in het vermogen. Binnen de exploitatie gaat het om de stelpost onvoorziene uitgaven en de onbenutte belastingcapaciteit. Voor onvoorziene uitgaven ramen we in Buren structureel een bedrag. Bij de onbenutte belastingcapaciteit gaat het om de eigen inkomstenbronnen van een gemeente voor zover deze nog niet “maximaal” of kostendekkend zijn. Bij de onbenutte belastingcapaciteit gaat het met name om de OZB. Het betreft hier een inkomstenbron die niet direct beschikbaar is. De hoogte is het verschil tussen de feitelijke OZB en de normhoogte van de OZB in het kader van artikel 12.
In de vermogenssfeer bestaat de weerstandscapaciteit uit het vrij besteedbare en het geblokkeerde gedeelte van de algemene reserve (weerstandsvermogen) en de stille reserves. Een stille reserve is de theoretische berekening van het waardeverschil tussen de boekwaarde en de overwaarde van met name onze gemeentelijke panden of aandelen. Bij de stille reserves gaat het om de inzet van bezittingen als onroerend goed e.d. Om over deze ruimte te kunnen beschikken is politiek draagvlak nodig en zijn we, in geval van verkoop, afhankelijk van de markt. Dat betekent dat er enige tijd overheen gaat voordat het daadwerkelijke bedrag bekend is en we het geld daadwerkelijk contant kunnen maken. Het gaat dan bijvoorbeeld om de overwaarde op aandelen en andere gemeentelijke eigendommen van waarde die niet op de balans staan. Gelet op het onzekere karakter, laten we dit bedrag buiten de berekening van het weerstandsvermogen.
De opbouw van onze beschikbare weerstandscapaciteit per 1 januari 2017 ziet er momenteel als volgt uit:
Weerstandsvermogen in de exploitatie (x € 1.000) | |
---|---|
Stelpost onvoorzien | 0 |
Onbenutte belastingcapaciteit OZB | 1.670 |
Totale weerstandscapaciteit in de exploitatie | 1.670 |
Weerstandsvermogen in het eigen vermogen (x € 1.000) | |
Algemene reserve - vrij besteedbaar gedeelte in begroting | 1.420 |
Raadsbesluit 20 september vastgoednota* | - 364 |
Algemene reserve - weerstandsvermogen | 3.345 |
Totale weerstandscapaciteit in het eigen vermogen | 4.401 |
* Dit raadsbesluit heeft effect op het saldo van de algemene reserve, maar is gezien de datum van definitieve besluit niet meer verwerkt in het overzicht van de reserves en voorzieningen bij de (concept)begroting.
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Risico's en het weerstandsvermogen
Risico's en het weerstandsvermogen
Een deel van de algemene reserve wordt structureel geblokkeerd. Het weerstandsvermogen (geblokkeerd gedeelte) van de algemene reserve berekenen we tweemaal per jaar opnieuw. Dat bedrag is bedoeld voor het opvangen van de benoemde en onbenoemde risico’s en calamiteiten. Het vrij besteedbare gedeelte van de algemene reserve, is het incidentele weerstandsvermogen. Hieraan wordt jaarlijks het exploitatieresultaat toegevoegd of onttrokken en wijzigt dus mee met het exploitatieresultaat.
De actualisatie van de risico-inventarisatie stelt ons in staat tot een analyse van de risico’s voor 2016, 2017 en daarna te komen. Er is voor de bestaande risico’s een financiële vertaling opgesteld op basis van objectieve normeringen of door “professional judgement” met een kansinschatting en rekening houdend met een gemiddeld financieel effect bij het zich voordoen van een incident. Zo ontstaat per risico(-gebied) een financiële risicoraming. Bij de inschatting van de financiële effecten is uitgegaan van een gedeeltelijke dekking van alle risico’s. Dit omdat niet alle risico's zich (tegelijk) zullen voordoen. Daarnaast bepalen we het noodzakelijke weerstandsvermogen op het bedrag dat valt binnen een bandbreedtes (hoogste - laagste bedrag) van de 2 risicosimulatiemodellen. De 2 gebruikte risicosimulatiemodellen zijn Monte Carlo en Normaal verdeling.
Op basis van de meest actuele inventarisatie stellen wij voor om het begrote en benodigde weerstandsvermogen te verlagen in 2017. Eind 2016 is het weerstandsvermogen een bedrag van € 3.660.000. Dit verlagen we met een bedrag van € 315.000 naar het benodigde en beschikbare bedrag van € 3.345.000. Wanneer de raad hiermee akkoord gaat, vervalt deze € 315.000 naar de algemene reserve.
Tabel:
Risico inventarisatie | 2016 (begroot) | 2017 (benodigd) |
---|---|---|
1. Aansprakelijkheid | 350.000 | 700.000 |
2. Rampen en calamiteiten | 150.000 | 165.000 |
3. Verbonden partijen | 100.000 | 100.000 |
4. Open einde regelingen / decentralisaties | 300.000 | 410.000 |
5. Grondexploitaties | 4.000.000 | 1.145.000 |
6. Rente | 100.000 | 275.000 |
7. Maatschappelijke risico's en veiligheid | 330.000 | 250.000 |
8. Overige risico's | 330.000 | 300.000 |
Totaal risico's | 7.060.000 | 3.345.000 |
Onttrekking (grondexploitaties) | -3.400.000 | |
Vrijval per 31-12-2016 (mutatie inventarisatie 2016) | 315.000 | |
Totaal per 1-1-2017 | 3.345.000 |
Kengetal | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Jaarrekening | Begroting | Begroting | Meerjarig | ||||||
Structurele exploitatieruimte | 1,83% | + | 1,17% | + | -1,09% | - | 0,06% | 0,10% | 0,52% |
Netto schuldquote | 43% | + | 38% | + | 41% | + | 36% | 29% | 24% |
Netto schuldquote gecorrigeerd | 42% | + | 37% | + | 41% | + | 36% | 29% | 24% |
Solvabiliteitsratio | 38% | +/- | 43% | +/- | 41% | +/- | 42% | 45% | 48% |
Belastingcapaciteit (lokale lasten) | 106% | - | 104% | +/- | 102% | +/- | 102% | 102% | 102% |
Grondexploitatie | 38% | - | 33% | - | 37% | - | 33% | 30% | 24% |
beoordeling bovenstaande:
+ = weinig tot geen risico / categorie-onderverdeling A
+/- = beperkt, matig risico / categorie-onderverdeling: B
- = (mogelijk) risicovol / categorie-onderverdeling C
Beoordeling kengetallen
Structurele exploitatieruimte
Afgelopen jaren zijn steeds structurele bezuinigingsrondes uitgevoerd waardoor onze structurele exploitatieruimte steeds matig tot voldoende is gebleken. De cijfers van 2017 laten zien dat er incidenteel in de gemeentelijke begroting weinig tot geen ruimte is voor structurele tegenvallers of nieuw beleid. Meerjarig valt echter wel een verbetering te zien van de structurele exploitatieruimte.
Netto schuldquote
Onze netto schuldquote zegt iets over onze schuldenlast en bijbehorende inkomsten. De kritische grens ligt volgens de laatste inzichten ongeveer bij 110-130%. Daar blijft onze gemeente zeer ruim onder. Er is dus nog ruimte op de balans om de nodige investeringen te doen in de komende jaren en hoeft op dit onderdeel (nog) geen pas op de plaats te worden gemaakt. De netto schuldquote gecorrigeerd met de leningen is in onze gemeente vrijwel gelijk aan de netto schuldquote.
Solvabiliteit
Onze vermogenspositie (verhouding tussen eigen en totaal vermogen = solvabiliteitsratio) is de afgelopen jaren "matig" doordat veel geïnvesteerd is in met name grondexploitaties, zonder dat daar een toename van het eigen vermogen door winstneming tegenover stond. Daardoor is het eigen vermogen afgenomen en is de solvabiliteitsratio matig. De ontwikkeling voor 2016, 2017 en latere jaren laten een stijgende lijn zien, waardoor er verder geen corrigerende maatregelen nodig zijn.
Belastingcapaciteit (lokale lasten)
In de komende jaren wordt extra ruimte in de begroting gecreëerd door de verhoging van de OZB die u bij het aanvullend voorstel bij de begroting 2016 vaststelde.
De gehanteerde normen van de provincie waren voor de belastingcapaciteit zijn: < 95% = voldoende, 95-105% = matig en >105% is onvoldoende. In 2017 komen we daarmee uit op een matige beoordeling van de belastingcapaciteit. Het kengetal voor de belastingcapaciteit wordt 102%.
Grondexploitatie
In onze gemeente is in 2017 het kengetal voor de grondexploitatie 37%. In de daarop volgende jaren zal dit percentage naar verwachting aflopen naar 24%. De grondexploitaties worden daarmee minder risicovol. We hebben inmiddels een aantal stappen gemaakt om de grondexploitatierisico's te verkleinen in de afgelopen jaren. Met de nog te maken stappen in de komende jaren om de risico's van grondexploitaties verder te verkleinen, is nu de verwachting in 2017 en latere jaren dat de normering "matig" kan worden behaald en de risico's steeds verder beperkt worden.